De Palawan, soms ook wel Napoleon pauwfazant genoemd, komt in de tropische regenwouden tot op hoogten van 800 meter van het eiland Palawan voor. Dit eiland ligt vlak bij de evenaar tussen de 7 en 13 graden noorderbreedte en de 116 en 120 graden oosterlengte.
Van de Palawan pauwfazant bestaan er 3 kleur variėteiten. De zwartkop, bij deze variėteit heeft de haan onder het oog een witte vlek. De kleine witkop, bij deze variėteit heeft de haan ook nog een smalle witte streep boven het oog de z.g. wenkbrauwstreep. De grote witkop, bij deze variėteit heeft de haan i.p.v. een smalle, een brede witte wenkbrauwstreep streep boven het oog.
Bij de witkop variėteit zijn de hennen veel lichter van kleur dan de zwartkophennen.
De geleerden zijn het er nog niet over eens, of het hier om verschillende onder soorten gaat, of dat het kleur variėteiten zijn. Omdat ze in een klein verspreidingsgebied voor komen, lijkt het voor de hand liggend, dat het om een soort met verschillende kleur variėteiten gaat.
In gevangenschap zien we bijna geen witkoppen meer.
Bij ons is uit een zwartkop koppel een haan geboren die het tweede jaar een witte streep boven de ogen had. Het derde jaar toen hij volledig op kleur kwam was de witte streep niet meer te zien en was het dus weer een zwartkop geworden.
Bij het houden van Palawans is het zeer belangrijk om goed in de gaten te houden of de hen toenadering van de haan accepteert. De Palawan haan kan zeer opdringerig tegenover zijn hen zijn, en menig hennetje sneuvelt doordat de verzorger niet goed oplet. Wij hebben de ervaring dat het hennetje zelf laat zien wanneer we het haantje beter apart kunnen zetten. Als alles normaal is, is het hennetje totaal niet bang voor het haantje, ze zijn dan vaak bij elkaar, ze zitten samen op stok, en ze eet rustig in de nabijheid van het haantje. In het kort, ze voelt zich dus volledig op haar gemak. Deze rustige periode is altijd in de wintermaanden, of in de maanden dat ze eieren legt. In deze periodes laten we de haan en de hen uiteraard gewoon bij elkaar. Op een bepaald moment......., altijd in een periode in het voorjaar of de zomer wanneer ze geen eieren legt, zien we dat ze bang is voor de haan, en dat ze zich steeds voor hem verstopt. Ze komt dan zelfs niet meer naar de voerbak om te komen eten. Op dat moment sluiten we de schuif die de doorgang van de binnenvoličre naar de buitenvoličre afsluit, zodat de haan binnen zit en de hen buiten. Als de hen de haan niet meer ziet, gedraagt ze zich meteen weer rustig en zelfverzekerd. Na een paar weken openen we de schuif weer, en kijken we goed hoe ze op elkaar reageren. Wanneer de hen nog steeds bang voor de haan is, zetten we ze meteen weer apart en proberen het een paar weken later opnieuw. Wanneer ze zich rustig door de haan laat benaderen laten we ze bij elkaar. Meestal begint ze dan ook weer eieren te leggen. Op deze manier leeft ons oudste koppel al vele jaren samen.
Het eerste jaar is het verschil tussen haan en hen moeilijk te zien. De haan heeft het eerste jaar een grotere kuif dan de hen en de ogen op de staartveren zijn duidelijker dan bij de hen. Ook heeft de haan langere benen dan de hen. Het tweede jaar zien we bij de haan verspreid over het hele lichaam blauwe veren doorkomen. Het derde jaar komt de haan pas volledig op kleur. Wel blijkt vaak dat de kuikens uit een legsel van twee eieren een haan en een hen zijn, maar een garantie is dit natuurlijk nooit.
|