Wallich- ook wel Cheerfazanten genoemd zijn de enige in hun soort, er bestaan geen ondersoorten van.
Zo op het eerste gezicht zou men kunnen denken dat ze tot het geslacht Syrmaticus of Phasianus zouden behoren.
Dit is niet het geval, ze worden onder het geslacht Catreus ondergebracht.
Als we de vogel goed observeren blijkt ook wel dat we hier met een aparte vogel te doen hebben.
Zo hebben haan en hen een lange kuif, woelen ze de bodem om op zoek naar voedsel,
en zorgen beide ouders voor het nageslacht.
Dit zijn allemaal eigenschappen die we bij het geslacht Syrmaticus en Phasianus niet
aantreffen of verschillend zijn.
Hun naam hebben ze te danken aan hun zeer luide roep die de haan en de hen voort kunnen brengen.
Vrij vertaald klinkt die roep als tschier-i-tschier, tschier-i-tshier, tschier, tshier, tschieriatschier.

Ceerfazanten leven op een hoogte tussen de 1200 en 3250 meter in het zuidelijk himalya gebergte in de lijn Pakistan, India, Nepal.
Geografisch gezien bevindt hun leef gebied zich tussen de 72 en 80 graden oosterlengte en
de 27 tot 35 graden noorderbreedte.
Hun leef omgeving bestaat voornamelijk uit licht begroeide berghellingen.
Ze leven daar buiten de broedtijd in groepen van ongeveer 20 stuks.
Hun voedsel is grotendeels plantaardig.
In de broedtijd zonderen de paren zich af om samen voor het nageslacht te gaan zorgen.
In de jaren ‘90 zijn er door de World Pheasant Association verschillende her introductie projecten gevoerd, om de soort in het wild nieuw leven in te blazen.
Dit schijnt min of meer redelijk gelukt te zijn.

Cheerfazanten zijn in 1857 voor het eerst naar Europa gebracht.
Na de eerste wereldoorlog waren ze geheel uit Europa verdwenen, maar na 1935 zijn er weer diverse importen geweest.
Er werd toen al heel snel heel goed mee gefokt en er is toen geprobeerd om de Cheerfazant
als jacht vogel uit te zetten.
De Cheerfazant bleek hier geen geschikte vogel voor te zijn, de vogels verspreiden zich veel
te snel over een te grote oppervlakte.
De “echte” “hobby” jagers bleken er dus een hekel aan te hebben om grote afstanden te moeten lopen.

Heden ten dage is het aantal Cheerfazanten in gevangenschap niet bijzonder groot.
Het zijn vrij gemakkelijk te houden nogal luidruchtige fazanten die meestal in koppels of trio’s worden gehouden.
Vooral in de broedtijd kunnen ze op elk voor hun vreemd geluid reageren met hun oorverdovende kabaal en gekrakeel.
Omdat Cheerfazanten in het wild in groepen leven hebben wij de proef op de som genomen
en een kwartet van 2 hanen en 2 hennen samengesteld.
Het betreft hier 2 hanen die we uit Duitsland en 2 hennen die we uit Engeland ontvangen hebben.
Dit kwartet is het eerste jaar naast een ander koppel gehuisvest geweest.
De twee hanen van het kwartet waren beide agressief tegenover de haan in de aangrenzende volière, maar niet tegenover elkaar.
Van het kwartet hebben beide hennen het eerste jaar bevruchte eieren gelegd, en zijn er kuikens van geboren die kunstmatig grootgebracht zijn.
Eind vorig jaar (2004) is dit kwartet in een beter geschikte volière ondergebracht met in de aangrenzende volières niet verwante soorten.
Dit jaar (2005) tolereerde een van de twee hanen zijn broer niet meer, waardoor die noodgedwongen moest verhuizen.
Nadat de eerste eieren die gelegd werden in de broedmachine uitgebroed waren, hebben we de eieren laten liggen.
Toen er acht eieren in het nest lagen is een van de twee hennen begonnen met broeden.
De tweede hen heeft nog vier eieren bijgelegd, en is toen bij de andere hen in hetzelfde nest
gaan broeden.
Na 26 dagen broeden werden er acht kuikens geboren die door de twee hennen en de haan zijn grootgebracht.

Bijgaande foto laat zien dat ook de
haan de kuikens onder zich neemt
om ze te verwarmen.

De vier eieren die later door de tweede
hen waren bijgelegd, zijn in de
broedmachine gelegd en ook nog
uitgekomen.





Op bovenstaande foto’s is nog een ander koppel te zien dat ook zelf acht kuikens uitgebroed heeft en met succes groot brengt.
Uit bovenstaande blijkt dat Cheerfazanten zeer geschikte fazanten zijn om natuurbroed mee
toe te passen.
Vooral ook omdat de haan meehelpt met het grootbrengen van de kuikens, en daarom dus
in de volière kan blijven.

Cheerfazanten kunnen het best gehuisvest worden in een zo groot mogelijke volière met een goed water doorlaten de bodem.
Deze bodem woelen ze helemaal om, op zoek naar eetbare wortels en knollen.
De beplanting zal beschermd moeten worden voor hun snavels.
Als schuil mogelijkheden kunnen we voor deze fazant daarom beter boomstronken, zwerf keien en andere objecten die ze niet kunnen vernielen gebruiken.
De balts van de Cheerfazant is een soort zijbalts en stelt niet echt veel voor.
Jonge Cheerfazanten hebben nog wel eens de nare eigenschap dat ze elkaars veren uitpikken.
Vooral de eerste staart pennen in de eerste rui moeten het vaak ontgelden.
In deze veren is veel bloed aanwezig, wanneer ze daar eenmaal de smaak van te pakken hebben, is het leed vaak niet te overzien.
Wanneer deze veren eenmaal een lengte van 15 centimeter bereikt hebben zijn we over het kritieke punt heen.
Om dit veren pikken te voorkomen, moeten we geen kuikens van andere groepen en leeftijden bij elkaar voegen, zodat de rangorde die de vogels onderling hebben, niet verstoord wordt.
Het kan soms voorkomen dat de ene groep helemaal geen veren bij elkaar pikt en een andere groep juist wel.
Als we met veren pikkers te doen hebben kunnen we deze dieren voor hun eigen bestwil het beste een tijdelijke neusring of neus kapje inzetten.
Cheerfazanten komen het eerste levensjaar geheel op kleur.
Bij jonge dieren is bij de eerste rui op de borst het eerst te zien of we met een haan of met een hen te maken hebben.
Bij de haan zijn de borst veren wit met in het midden en aan de buiten kant een zwart randje.
De zij staart veren van de haan zijn oranje.
Bij de hen zijn de borst veren zwart met een wit randje.
Bovenstaande foto van 2 jonge dieren verduidelijkt het een en ander.
De voorste vogel is de haan de achterste de hen.

Al met al is de Cheerfazant een aparte, dan wel niet zo kleurrijke, maar wel zeer interessante vogel.
Eigenlijk lijken het net een soort oerfazanten, net als de neushoorn bij de zoogdieren.


Herkomst.......................................

Status in het wild...........................

Status in gevangenschap in België,
Duits land en Nederland.................

Aanschafprijs..................................

Karakter.........................................

Huisvesting advies........................



Voeding advies.............................






Kweek stel samenstelling...............
Geslachtsrijp..................................
Broed seizoen................................. Aantal eieren.................................. Broedtijd........................................ Ring maat......................................

Valt onder CITES.........................
Valt onder EG-CITES basis verordening...................................
Valt onder Flora en Fauna wet artikel 13.......................................

Uitzonderingen
op Flora en Fauna wet artikel 13...






:









Himalaya gebergte

Kwetsbaar


Vrij zeldzaam

Gemiddeld

Beheerst, luidruchtig

Royale buiten volière met enige
bescherming tegen weersinvloeden
van minimaal 10 M² .

Onderhoud/foktoomkorrel met
laag eiwit gehalte.
Aangevuld met bijvoorbeeld,
groenvoer, appels, winter wortelen,
koolsoorten en graspollen.


1 haan met 1 of meerdere hennen.
1 jaar
Vanaf April
9 tot 12
26 dagen
13 MM

1

A

Ja


Na kweek dieren indien is voldaan
aan de volgende voorwaarden.
Bij import of export naar of vanuit
de EG is een CITES-invoer/
(weder)uitvoer document vereist.
Bij bezit dient de legale afkomst
van het dier aangetoond te
kunnen worden.
Bij voorkeur door een vaste
voet ring.


0

0

0

0

0

0