Himalaya glansfazanten zijn voor het eerst in 1854 naar Europa gebracht. Heden ten dage wordt de Himalya glansfazant in vrij veel collecties gehouden. Het zijn zeer geharde vogels waar we wat betreft de voeding, al snel te goed voor zorgen. In hun oorspronkelijk leef gebied moeten deze vogels werken om hun kostje bij elkaar te krijgen. In gevangenschap zien we dan ook vaak dat de vogels te dik zijn, omdat hun eten's bak te rijk gevuld is en de vogels de hele dag niets te doen hebben. We moeten daarom zorgen voor een onderhoud's korrel met een zo laag mogelijk eiwit gehalte. Het aanbieden van gras pollen en het ophangen van groenvoer geeft deze vogels de nodige beweging. Gezonde Himalya glansfazanten zijn een groot gedeelte van de dag bezig met het omwoelen van de bodem, op zoek naar voedsel. Bij dit omwoelen gebruiken ze alleen hun snavel. Als beplanting in hun verblijf moeten we soorten gebruiken die ze niet lusten zoals huls, buxus en laurier omdat er anders niets van over blijft. De wortels van de beplanting moeten we beschermen, omdat die anders uitgraven worden. Deze sterke harde vogels hebben eerder last van de warmte en van vocht, dan van de kou. Het is daarom zaak om voor voldoende schaduw, een droog gedeelte en een goede water doorlatende bodem te zorgen. De hen en de haan hebben beide een nogal klagende, miauwewende verdragende roep die ze vooral in het voorjaar vaak ook s’nachts laten horen. De balts van de glansfazanthaan is prachtig om te zien. Vanaf een afstand komt hij met zijn vleugels wijd, op haar aangesprongen en buigt dan voor haar en spreid zijn staart, zodat de staart en zijn spierwitte rug voor haar zichtbaar wordt. Himalya glansfazant hanen hebben de reputatie dat ze niet altijd even lief voor hun hen zijn. Vooral in de paartijd wanneer de hen nog niet tot paren bereid is, komt het nog wel eens voor dat de haan te driftig wordt en zijn hen afmaakt. Ruime volières met voldoende schuil gelegenheden voor de hen zijn daarom een must. Dat het ook anders kan bewijst de haan op bovenstaande foto. Deze haan is al 10 jaar oud, en heeft nu zijn derde hen bij zich. De hennen die hij als gezelschap heeft gehad, en de hen die hij nu heeft, zijn als jonge dieren bij hem gekomen. Hij heeft altijd netjes gewacht totdat de hen paring's bereid was en ze bevrucht zonder dat er een veer aan ze gekrenkt werd. Er wordt wel eens beweerd dat dit driftige karakter eruit gefokt zou kunnen worden. Nakomelingen van bovengenoemde lieve haan bewijzen het tegendeel, sommige hebben namelijk al een hen vermoord. Het komt er dus op neer dat we goed moeten opletten, en een beetje geluk moeten hebben.
Himalaya glansfazantkuikens verdragen elkaar over het algemeen goed, als we niet de fout maken om verschillende groepen bij elkaar te voegen. Wij hebben eens een jonge glansfazant van ongeveer twee maanden oud, bij een groep jonge glansfazanten van ook ongeveer twee maanden oud ingevoegd. Dit leek eerst prima te gaan, maar na twee weken ging het toch fout en hebben ze hem totaal afgemaakt. Jonge dieren zijn op een leeftijd van ongeveer drie maanden van elkaar te onderscheiden doordat bij de haan op de keel zwarte veertjes door gaan komen. Bij de hen blijft de keel wit. Ook de staart veren verschillen van elkaar, bij de haan zijn de buffkleurige banden zoals onderstaande foto’s laten zien veel breeder dan bij de hen.
|